Als u bijna met pensioen gaat - en u heeft een pensioenkapitaal opgebouwd waarmee u pensioeninkomen gaat kopen - dan kan u bij Zwitserleven kiezen tussen een vast of een variabel pensioen. Of een combinatie van die twee. Ook als u uw pensioenkapitaal bij een andere pensioenuitvoerder heeft opgebouwd. Maar waar let u op bij het maken van deze keuze?

Vast of variabel pensioen?

Vast of variabel pensioen?

Bekijk de video.

Helaas kunnen wij deze video niet weergeven omdat we geen toestemming hebben. Voor deze video moet u akkoord gaan met "Alle cookies".

De verschillen tussen vast en variabel pensioen

Vast pensioen Variabel pensioen
Pensioeninkomen kopen U koopt met uw pensioenkapitaal in één keer pensioen­inkomen aan voor de rest van uw leven. U koopt elk jaar pensioen­inkomen aan voor dat jaar. Met de rest van uw pensioenkapitaal blijft u beleggen.
Hoogte bruto pensioen­inkomen Elke maand krijgt u hetzelfde bedrag; jaar in, jaar uit. Ieder jaar wordt uw pensioen­inkomen opnieuw vastgesteld op basis van de opbrengst van uw beleggingen, de marktrente en de gemiddelde levensverwachting.
Beleggen Uw pensioenkapitaal wordt niet belegd. Het maakt voor uw pensioen­inkomen dus niet uit of het nu goed of slecht gaat met de beurs. Omdat u blijft beleggen, heeft u kans op een hoger pensioen­inkomen: als de beleggingen goed gaan, dan kan uw pensioen­inkomen stijgen. Maar als de beleggingen tegenvallen, dan kan uw pensioen­inkomen dalen.
Flexibiliteit Een vast pensioen is altijd 100% vast. Bij een variabel pensioen is het vaak ook mogelijk om niet met uw hele pensioenkapitaal, maar met een deel te blijven beleggen. Uw pensioen­inkomen bestaat dan uit een vast deel en een variabel deel. Bij Zwitserleven kan het variabele deel tussen 1 en 100% liggen. Zo kan uw pensioen precies aansluiten op uw financiële situatie.
Marktrente De hoogte van uw pensioen­inkomen hangt af van de marktrente op uw pensioendatum. Als die laag is, levert dat minder pensioen­inkomen op. Omdat uw pensioen­inkomen vaststaat, verandert uw pensioen­inkomen niet als de marktrente daarna nog stijgt of daalt. Ieder jaar koopt u vanuit uw pensioenkapitaal pensioen­inkomen. U bent hierdoor niet afhankelijk van de marktrente op één moment. Stijgt de rente? Dan heeft dat een positief effect op uw pensioen­inkomen. Daalt de rente? Dan heeft dat een negatief effect. Dit kan dus ieder jaar weer anders zijn.
Levensverwachting Uw pensioen­inkomen hangt af van de gemiddelde levensverwachting op het moment dat u met pensioen gaat. Stijgt of daalt de levensverwachting? Dan heeft dat geen invloed op uw pensioen­inkomen. Bij de jaarlijkse vaststelling van uw pensioen­inkomen speelt de gemiddelde levensverwachting een rol. Stijgt de levensverwachting? Dan heeft dat een negatieve invloed op uw pensioen­inkomen. Daalt de levensverwachting? Dan heeft dat een positieve invloed op uw pensioen­inkomen.
Koopkracht Als het leven duurder wordt, stijgt uw pensioen­inkomen niet mee: met de jaren neemt uw koopkracht af en kunt u steeds minder kopen van uw pensioen­inkomen. Als uw beleggingen genoeg opleveren, kan uw pensioen­inkomen stijgen. Uw koopkracht blijft dan (deels) op peil. Doen de beleggingen het slechter dan verwacht? Dan kan u mogelijk minder kopen van uw pensioen­inkomen en neemt uw koopkracht af.
Afsluiten Bij Zwitserleven zowel rechtstreeks als via een adviseur af te sluiten. Bij Zwitserleven alleen via een adviseur af te sluiten.
Meer informatie