Hier vind je een korte uitleg van de woorden die wij in onze brieven gebruiken.
- Beleggingsrendement
- Winst of verlies dat je kunt maken op het belegde pensioenkapitaal. Het rendement kan dus zowel positief als negatief zijn. Dit beleggingsrisico is voor je eigen rekening.
- Beleggingsmix
- Een samenstelling van beleggingsfondsen. Het doel van een beleggingsmix is om op basis van je risicoprofiel een zo goed mogelijk rendement te halen. Lees hier meer.
- Beleggingsvorm
- De manier waarop we je geld beleggen.
- Beschikbare premieregeling
- Een pensioenregeling voor werknemers. Met de premie die de werkgever betaalt en soms ook een eigen bijdrage van de werknemer wordt belegd tot aan de pensioendatum. Daardoor weten we nu nog niet hoeveel pensioenkapitaal je in totaal gaat opbouwen.
- Flexibele premieovereenkomst
- Een pensioenregeling voor werknemers. Met de premie die de werkgever betaalt en soms ook een eigen bijdrage van de werknemer wordt belegd tot aan de pensioendatum. Daardoor weten we nu nog niet hoeveel pensioenkapitaal je in totaal gaat opbouwen. Als je met pensioen gaat, kun je kiezen voor een vast of een variabel pensioen.
- Franchise
- Het deel van je pensioengevend loon waarover je geen pensioen opbouwt.
- Inflatie
- Elk jaar stijgen de prijzen. Geld wordt daardoor minder waard. Dat heet inflatie. Je kunt daardoor elk jaar minder kopen met je pensioen.
- Koopkracht
- Koopkracht geeft aan wat en hoeveel je met uw inkomen kunt kopen.
- Levensverwachting
- Hoe oud mensen gemiddeld worden in Nederland.
- Lifecycle
- Een lifecycle is een mix van beleggingen. Deze mix is er om het beleggingsrisico te spreiden. De beleggingen stemmen we af op de tijd die overblijft tot aan je pensioenleeftijd. Je beleggingen passen we regelmatig automatisch aan. Hoe dichter je bij je pensioenleeftijd komt, hoe minder risico we nemen met de beleggingen.
- Maximaal premiepercentage PensioenAanvullen
- Hoeveel procent je zelf maximaal extra kunt inleggen in de pensioenregeling.
- Nabestaandenoverbruggingspensioen
- Een aanvulling op het inkomen van je partner als je overlijdt voor de afgesproken pensioendatum. Je partner krijgt deze aanvulling tot je partner zelf de AOW-leeftijd bereikt
- Partnerpensioen op opbouwbasis
- Als je een partnerpensioen opbouwt en stopt met opbouwen, dan behoudt je het recht op het partnerpensioen dat tot op dat moment is opgebouwd. Als je overlijdt krijgt je partner levenslang een partnerpensioen.
- Partnerpensioen op risicobasis
- Bij een partnerpensioen op risicobasis wordt er geen waarde opgebouwd. Je partner is dan verzekerd van een partnerpensioen zolang je bij je werkgever deelneemt aan de pensioenregeling. Deze verzekering stopt op het moment dat je niet meer deelneemt aan de pensioenregeling. Dus als je overlijdt op het moment dat je nog in dienst bent, ontvangt jouw partner levenslang een uitkering.
- Parttimepercentage
- Het aantal uren dat je per week werkt bij je werkgever volgens je arbeidsovereenkomst gedeeld door het gebruikelijk aantal uren van een volledige werkweek. Overuren tellen niet mee. Het percentage is maximaal 100%. Bijvoorbeeld, bij een fulltime werkweek van 40 uur: een werknemer die 20 uur per week werkt, heeft een parttimepercentage van 50% (20 uur / 40 uur = 0,5 of 50%).
- Pensioendatum
- De datum waarop je pensioen echt ingaat. Je bent niet verplicht om op de pensioenleeftijd met pensioen te gaan. Je kunt ook eerder of later met pensioen gaan.
- Pensioengevend (jaar)loon
- Het deel van je totale bruto jaarloon dat meetelt voor jouw pensioenregeling.
- Pensioengrondslag
- Het deel van jouw pensioengevend (jaar)loon waarover je pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevend (jaar)loon verminderd met de franchise.
- Pensioeninkomen
- Het pensioenbedrag dat je op vaste momenten ontvangt als je met pensioen bent. Wij hebben het meestal over het pensioeninkomen dat je uit de pensioenregeling bij Zwitserleven ontvangt.
- Pensioenleeftijd
- De pensioenleeftijd is de leeftijd waarop jouw pensioen ingaat (als je niet kiest om eerder of later met pensioen te gaan). Deze leeftijd gebruiken we voor al onze berekeningen.
- Pensioenpotje
- Het bedrag dat je hebt opgebouwd voor je pensioen bij een pensioenuitvoerder.
- Pensioenpremie
- Het bedrag dat jij en/of je werkgever in je pensioenpot stoppen. Deze premie wordt belegd om het pensioenkapitaal op te bouwen.
- Premiepercentage
- Het deel van je pensioengrondslag dat de werkgever betaalt als pensioenpremie. Het totale premiepercentage kan verdeeld zijn tussen jou en je werkgever. De hoogte van het premiepercentage vind je in het pensioenreglement.
- Premie-uitkeringsovereenkomst
- Dit is een pensioenregeling voor werknemers. Met de premie die de werkgever betaalt en soms ook een eigen bijdrage van de werknemer wordt belegd tot aan de pensioendatum. Daarom weten we nu nog niet hoe hoog het te bereiken pensioenkapitaal wordt. Vanaf 15 jaar voor de AOW-leeftijd is het mogelijk om alvast stukjes pensioenkapitaal of een deel van de premie om te zetten naar vast pensioen. Je ontvangt dit vast pensioen vanaf de pensioendatum als pensioeninkomen. Als je met pensioen gaat, kun je met de rest van je pensioenkapitaal kiezen voor een vast of een variabel pensioen.
- Pensioenuitvoerder
- Een pensioenfonds, pensioenverzekeraar of premiepensioeninstelling (PPI)
- Premievrijstelling
- Word je (voor een deel) arbeidsongeschikt verklaard? Dan zorgt premievrijstelling ervoor dat jij en je werkgever (een deel van) de premie voor je pensioenregeling niet meer hoeven te betalen. Wij betalen dan (een deel van) de premie. Zo blijf je verzekerd en blijf je pensioen opbouwen.
- Toetredingsleeftijd
- De leeftijd waarop jonge werknemers recht hebben om te gaan deelnemen aan een pensioenregeling.
- Uitgesteld vast pensioen
- Pensioenkapitaal of deel van de premie dat je omzet naar vast pensioen in de laatste 15 jaren vóór je AOW-leeftijd. De hoogte van dit pensioen blijft gelijk. De betaling wordt uitgesteld tot je met pensioen gaat.
- Variabel pensioen
- Bij een variabel pensioen blijf je na de pensioendatum beleggen met je pensioenkapitaal. Of met een deel daarvan. Jouw pensioeninkomen wordt dan elk jaar opnieuw vastgesteld en kan dan hoger of lager uitvallen, afhankelijk van het resultaat van de beleggingen.
- Vast pensioen
- Bij een vast pensioen weet je welk bedrag je maandelijks ontvangt voor de rest van je leven. Het bedrag wordt niet hoger of lager
- Verwachte pensioeninkomen
- Het geschatte bedrag dat je op vaste momenten ontvangt als je met pensioen bent.
- Voorbeeldrendement
- Een voorspelling van de opbrengst van je beleggingen. Zo geven we je een idee geven hoeveel geld je later kunt verwachten als pensioeninkomen. Het is belangrijk om te weten dat dit een schatting is en dat de werkelijke opbrengst kan afwijken van het voorbeeldrendement.
- Wezenpensioen
- Een uitkering voor jouw kinderen als je komt te overlijden. Hoeveel geld er wordt uitgekeerd hangt af van de pensioenregeling.